Loop er niet achteloos voorbij tijdens de Gentse Feesten, kijk eens aandachtig naar die witte totempaal aan Sint-Jacobs. Gemaakt door de liedjeszanger die de Feesten vier decennia geleden nieuw leven inblies, Walter De Buck, prijkt ergens op die paal een afbeelding van een bebrild mannetje met viool. Het is Karel Waeri, een volkszanger uit de negentiende eeuw. Muzikant en cabaretier Wim Claeys brengt deze typische Gentse rebel weer even tot leven.
Karel Waeri groeide op in een arm weversgezin in wat toen een vuile arbeidersbuurt was, en nu de jachthaven in hartje Gent. De rijkdom die hij verwierf met zijn liedjesschrijverij hield hij het liefst verborgen. Een man van het volk: zo was hij geboren en zo ging hij ook weer dood. In de tijd daartussen deed hij het karakter van de Gentse franke muile alle eer aan. Hij trok ten strijde met scherpe teksten over armoede en uitbuiting van arbeiders, met rooie wimpel tegen het katholicisme, maar ook met schunnige liedjes (de zogenaamde ‘vetjes’) waarin niet zelden de pastoors pispaal van dienst waren. Het leverde hem een cultstatus op. Maar het werd ook zijn ondergang: na een handgemeen met enkele Franstalige katholieke studenten werd hij tijdens een koude winternacht voor dood achtergelaten. Op 15 maart 1898 overleed hij aan de gevolgen van een longontsteking.
Wim Claeys, de man achter de folkgroep Ambrozijn en initiator van de razend populaire Boombals, kruipt in de huid van de volkszanger in ‘De zwanenzang van Karel Waeri’, een cabaretvoorstelling die zowel het leven, de liederen en de tijd van Waeri omarmt, maar ook Claeys’ persoonlijke fascinatie voor deze figuur laat zien. Veel heeft hij daarvoor niet nodig: een stoel, een barkastje waar hij zijn instrumentarium uit haalt (viool, accordeon en een bijzonder klompeninstrument) door diens nabestaanden. Claeys mag dan misschien niet de meest begenadigde acteur zijn, doordat hij zijn verhaal zo oprecht weet te brengen, deert dat niet echt. Deze zwanenzang is een hartverwarmende ode met ruimte voor een lach en een traan.
Hartverscheurend is de smeekbede van Waeri’s stervende broertje om een dronken vader die zelfs daarvoor niet naar huis toe gaat. Hilarisch is het nummer over de ‘stralende’ bijen op een boer zijn edele delen en een op honing beluste pastoor. De tijden en zeden zijn dan misschien veranderd, maar meer dan een eeuw na datum zingt het publiek in de Minard nog steeds uit volle borst mee.
liv laveyne